De figuur van de goedlachse, gulle, wat rondere kerstman met het rode pak heeft een lange weg af te leggen om te komen waar hij nu is.
Vadertje Winter Het begon al in de middeleeuwen. Om de harde winters te doorstaan en de natuur te overtuigen wat milder te worden, verkleedden de Vikingen iemand als ‘Winter’ en probeerden ze die persoon in de watten te leggen. Ook de Britten kenden de traditie. Ze haalden ‘vadertje Winter’ binnen in huis en verwenden hem om hem gunstig te stemmen. De Kerstman van vroeger deelde dus zelf geen geschenken uit, integendeel, hij kréég er.
Sinterklaas Later is men deze winterfiguur beginnen te verwarren met Sinterklaas. Deze bisschop die in de derde eeuw na Christus leefde, zou gul zijn rijkom aan de armen hebben gegeven. Er is ook de legende waarin hij enkele kleine jongens redde van de dood. Een herbergier had namelijk de gewoonte de jongens te pekelen en te serveren als varkensvlees aan de klanten. Bisschop Nicolaas kon drie jongens dit lot besparen. De man werd daardoor de beschermheilige van de kinderen. Op zijn feestdag, 6 december, legden kinderen traditioneel wat lekkers neer voor zijn paard en kregen in ruil geschenkjes. De folklore van Sinterklaas waaide over naar Amerika, waar de man ‘Santa Claus’ werd genoemd. Beetje bij beetje verschoof zijn feestdag daar naar het einde van het jaar toe. Ook zijn figuur veranderde. De slanke, rijzige en strenge gestalte van de Sint werd ronder en vrolijker. Zijn taak? Kinderen blij maken op Kerstmis. De man werd zo populair dat de traditie vanuit Amerika weer naar Europa overwaaide, waar de komst van de kerstman op 25 december gewoon naast die van de Sint op 6 december wordt gevierd.
De macht van Coca-Cola Maar hoe is de kerstman dan aan zijn typische kostuum geraakt? Geen legende, maar een steengoede reclame van de Coca-Cola Company ligt hier aan de oorsprong. Tot in de negentiende eeuw werd de kerstman in verschillende kostuums afgebeeld. Hij droeg bruine, blauwe of gele kleding en op zijn hoofd kon een kroontje, een hoge hoed, een platte hoed of zelfs een mijter staan. Soms droeg hij een lange jas en stevige laarzen, andere keren zag hij er gewoon als een welgestelde dronkaard uit. Het is pas toen de Amerikaanse kunstenaar Haddon Sundblom in opdracht van Coca-Cola in 1931 het pak van de Kerstman ontwierp zoals we het nu kennen, dat de man echt een uniform uiterlijk kreeg. Uit de oude afbeeldingen van de kerstman had Sundblom maar uit te kiezen wat hij leuk vond. Dat de kleuren rood en wit het haalden, is niet moeilijk. Het zijn ook de Coca-Colakleuren. Is een reclame dan zo machtig dat het een aloude traditie als Kerstmis kan beïnvloeden? Blijkbaar wel. Wellicht had ook de crisisperiode van de jaren dertig ermee te maken dat de afbeelding van de gezonde, goedlachse en sprookjesachtige figuur zo populair en wijdverspreid werd.
… en zijn rendieren? Een gedicht maak je niet om de wereld te beïnvloeden. Toch is de New Yorkse professor Clement Moore daar in 1822 ongewild wel in geslaagd. Toen hij zijn kinderen wilde opvrolijken met een kerstgedicht, wilde hij de kerstman niet afschilderen als iemand die te voet van huis tot huis trok. Hij beschreef in zijn gedicht een magische slee die door maar liefst acht rendieren werd voortgetrokken. Het vers werd zo populair dat iedereen de Kerstman voortaan met slede beschreef. De fantasie van Moore was echter niet uit het ijle gegrepen. In Finland werd Vadertje Winter altijd met rendieren afgebeeld en de Oudnoorse god Odin zou op een paard hebben gereden met acht benen. Dat zijn waarschijnlijk de redenen waarom Moore voor acht rendieren koos. Ook de aanname dat de Kerstman door de schoorsteen komt, is gaat terug tot het gedicht van Moore. Hij wist dat in het oude Finland de huizen zodanig in de grond waren verzonken dat de schoorsteen tegelijk ook de ingang van het huis was. Met één sprong kon je dus door de schoorsteen in de hut belanden.