Aziatische voorouder
Rosa rugosa groeit van nature in Noord-China, Japan en Korea. In China kweekte men dit type rozen voornamelijk voor potpourri. De exemplaren die men in Japan kweekte, noemde men ook wel Japanse bottelrozen. Eind 18de eeuw intoduceerde men deze exotische roos in Engeland, daarna in de rest van West-Europa. Vanaf dan kruiste men de rosa rugosa met de tuinrozen uit die tijd. Grote struiken in uiteenlopende kleuren waren het resultaat. De meeste kruisingen behielden ook hun winterhardheid en grote bottels. Omdat de eerste kruisingen minder sierlijk waren dan de oorspronkelijke rosa rugosa, verloren ze uiteindelijk de belangstelling van een breed publiek. Tegenwoordig slagen kwekers er wel weer in de oorspronkelijke pracht van de rosa rugosa tot uiting te brengen in de talloze hybriden.
Exotische vormen
Als je de rozen die wij uit onze streken kennen, vergelijkt met rosa rugosa, valt meteen de exotische uitstraling op op het vlak van bloemen en groeiwijze. Zo zijn de meeldraaden eerder crèmekleurig dan geel. Rosa rugosa kan uitgroeien tot een stevige struik die maar liefst 2,5 meter hoog én breed kan worden. De bloemstengels dragen ruwe, heldergroene bladeren en sterke doorns. De grote bloemen hebben een doorsnede van een kleine tien centimeter en variëren in de tinten roze en paars. Na de bloei volgen grote bottels.
Dit type rozen biedt belangrijke voordelen voor de hobbytuinier:
Gemakkelijke verzorging
Rugosakruisingen hebben slechts weinig verzorging nodig, wat het makkelijk maakt om hen te kweken. Snoeien komt er nauwelijks aan te pas. Beperk je tot het uitdunnen en verwijderen van oud hout en je zal een goedgevormde rozenstruik krijgen.
Zoals hierboven al aangehaald werd, groeien rugosarozen zelfs op arme zandgronden. Ze zijn erg populair als kustbeplanting. Net zoals de duinroos of rosa pimpinellifolia kan de zeewind hen niet deren.
Talloze hybriden
Over deze rugosarozen zijn boeken vol geschreven. Wij houden het hier bij een beschrijving van enkele belangrijke hybriden:
Ideaal voor potpourri
Rugosarozen worden al van oudsher gebruikt in potpourri. Ze zijn nu eenmaal gemakkelijk te drogen, net zoals gallicarozen of wilde rozen.
Droog de rozenblaadjes in een warme luchtoven op maximum 40°C met het deurtje op een kier om het vocht te laten ontsnappen. Je kan ze ook zonder oven drogen. Gebruik dan een schoendoos waarin je een vel keukenpapier legt. Nadat je de rozenblaadjes hierover hebt uitgespreid, leg je er een dunne (keuken)handdoek op. Zo blijft de rozenkleur beter behouden, omdat de blaadjes in het donker en stofvrij drogen. Plaats de schoendoos op een warme plaats, naast de verwarming bijvoorbeeld.
Zo geniet je ook tijdens de wintermaanden van je rugosarozen!