Uien zijn lelieachtigen
Uien deelt men in bij de familie van de lelieachtigen. Andere leden van deze familie zijn hyacinten, tulpen, asperges en prei.
De Latijnse naam van de ui is Allium cepa. Deze benaming verwijst specifiek naar de plant- en zaaiui. Daarnaast zijn er nog tal van andere Allium-soorten: zilveruien, sjalotten, stengeluien, bladuien, Egyptische uien en zelfs kloflook.
Typisch voor de ui is de scherpe smaak en geur. Deze zijn afkomstig van vluchtige oliën en komen pas vrij als je de bol doorsnijdt. Het zijn net deze vluchtige oliën die van de ui een erg gezond ingrediënt maken.
Ondergrond voor uienteelt
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen.
Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond. Gebruik geen stalmest, want deze trekt de uienvlieg aan. Geef liever de voorkeur aan gedroogde organische mest of kunstmest. Ideaal is het als je organische mest onderspit voor het groeiseizoen en kunstmest gebruikt als bijbemesting tijdens de teelt zelf.
Bij de teelt van uien raadt men aan om vruchtwisseling toe te passen. Dat betekent dat je maximaal eens in de 6 jaar op hetzelfde stukje grond uien zaait of plant. Op die manier heb je minder last van ziektes en plagen.
Plantuien telen
Als je kiest voor plantuien, dan moet je weten dat de teelt uit 2 delen bestaat: enerzijds die van de eerstejaars uien, anderzijds die van de tweedejaars uien. Met andere woorden: het 1ste jaar kweek je de ajuien op: je zaait ze en laat ze groeien tot het tijdstip van planten aangebroken is, het 2de jaar plant je ze.
Hoe ga je te werk?
Plantuien bewaren
Plantuien kan je ettelijke maanden bewaren. Ze moeten dan wel opgeborgen worden in een koele en donkere ruimte. Verwijder het afgestorven loof en de bruine vliezen rond de ui niet, want deze beschermen de geoogste ui.
Zaaiuien telen
In vergelijking met plantuien kan je zaaiuien later oogsten en langer bewaren.
Hoe ga je te werk?
Zaaiuien bewaren
Wil je zaaiuien bewaren, dan wacht je best met de oogst tot het loof grotendeels plat is gaan liggen. Je kan de uien dan veel beter drogen dan wanneer het loof nog groen is. Zorg voor een koele vorstvrije ruimte en je kan de uien bewaren tot maart of april.
Wacht echter niet te lang met oogsten. Als je na september nog zaaiuien oogst, beschadig je veel bruine vliezen. De kans op rotten neemt dan sterk toe.
Sowieso doe je er goed aan om de zaaiuien tijdens het bewaren geregeld te controleren, want elke beschadiging kan rot veroorzaken en 1 rotte ui besmet al snel een andere.