Kinderen slaan: kan het? Of bestaan er betere straffen?
Hoewel nog geen enkel kind bezweken is aan een sporadische tik op de bips, worstelt iedere ouder, toekomstige mama of papa wel eens met de vraag: ‘Mag ik mijn kind een tik geven als het zich niet gedraagt’? Er bestaat echter geen eenduidig antwoord. Iedereen denkt anders over de opvoeding van een zoon of dochter, maar één ding is zeker: te veel en té hard slaan is mishandeling. Waar ligt nu precies de grens?
Blijvend effect Studies wijzen uit dat slaan een blijvend negatief effect en pijnlijk psychologisch letsel achterlaat bij het kind in kwestie. Het kind kan moeite krijgen om de ouders als vertrouwenspersonen te aanzien, want zij associëren de slagen met gevaar. Deze angst kan leiden tot agressief, druk of opstandig gedrag wat weer leidt tot straf en aanleiding kan geven tot ernstige mishandeling. Veelvuldig slaan kan ernstige gevolgen hebben zoals: blindheid, hersenletsels, whiplash en zelfs de dood. Slaan is een vorm van controleverlies, niet van opvoeding.
Kinderen die het gewoon zijn slaag te krijgen hebben het gevoel geen controle te hebben over de eigen situatie. Zij leren hierdoor dat de ouders het volledige gezag hebben over wat er met hen zal gebeuren en dat macht goed is. De boosheid en de frustratie daarover kan ook buitenshuis aanleiding zijn van agressief gedrag met andere kinderen. Wanneer ze opgroeien tot jonge volwassenen, kunnen ze het gedrag van hun ouders zelfs overnemen ten opzichte van hun eigen kinderen.
Slaan en schoolprestaties Kinderen die tijdens hun opvoeding veel klappen vangen, worden zodanig geconditioneerd dat ze verwachten buitenshuis op dezelfde manier behandeld te worden door andere gezagspersonen (leraren, leiders,…). Op die manier worden de leraren op school aanzien als vijanden. De school krijgt een omgekeerde werking wat hele reeksen mislukkingen veroorzaakt en soms vroegtijdige schoolverlaters oplevert. In het ergste geval komen deze opgroeiende kids in contact met het gerecht.
Hoe wél straffen? Jonge kinderen leren meer wanneer je ze afleidt van de fout in plaats van ze te slaan. Een kind een alternatief bieden en duidelijk benadrukken wat écht niet mag, zal meer resultaat boeken dan een pets tegen de kaak. Er is meer geduld voor nodig, maar het zal je ook sterken in de rol die je als goede vader of moeder moet vervullen. Vergeet nooit uit te leggen waarom je straft, want een goede straf staat in verhouding tot wat fout is gegaan.
Probeer ongewenst gedrag zo veel mogelijk te negeren. Aandacht voor een bepaald gedrag lokt immers meer van hetzelfde uit.
Wees niet zeemzoet en vergeef niet meteen;
Wacht niet te lang voor je de bengel straft. Meteen na de feiten redelijke maatregelen treffen, is de beste methode. De straf moet ook liefst gekoppeld zijn aan de aard van het ongewenste gedrag;
Wees consequent, zodat je kind duidelijk weet waar de grenzen zijn. Zoniet kan hij zich er ook niet aan houden. Ook met je partner moet je op één lijn zitten!
Tijdelijk afzonderen doet de kinderen inzien dat ze met het foutieve gedrag niet veel kunnen bereiken;
Probeer de duur van de straf te beperken en aan te passen aan de leeftijd van het kind. Bij peuters gaat het om minuten want voor hen gaat de tijd stukken trager dan voor volwassenen. Te lange straffen komen het gezag van de ouders niet ten goede;
Vergeet nooit om alle plooien achteraf weer goed te strijken met je kindje en zorg ervoor dat hij duidelijk weet waarom hij gestraft werd;
Bedenk ten slotte ook steeds dat beloning beter werkt dan straf en de beste beloning is een complimentje van mama of papa. Laat je oogappel weten wanneer hij braaf is! Zo leert hij begrijpen dat je goed gedrag waardeert en creëer je een positieve sfeer in huis.