Eens de zomer nadert is het voor veel jongeren en ouders van jongeren tijd om na te denken over werken als student. Iedereen spreekt van een maximum van 50 dagen werken, maar mag je eigenlijk meer dan 50 dagen werken als student? En hoe gaat dat dan in zijn werk?

Jobstudent
Eerst en vooral is het belangrijk om aan te geven dat iedere jobstudent vroeger maximum 50 dagen mocht werken gedurende een volledig jaar. Sinds 2017 werden deze dagen omgezet naar een maximum aantal uren. Dit aantal uren werd vastgelegd op 175 uren in 2018*. Zolang je deze grens niet overschrijdt, is werken als student vrij voordelig. Slechts 2,71% van je brutoloon wordt immers afgehouden als bijdrage voor de sociale zekerheid. Voor gewone werknemers daarentegen geldt een bijdrageplicht van 13,07% sociale zekerheidsbijdragen. Daarbovenop betaal je als jobstudent geen belastingen op je loon, je betaalt met andere woorden geen bedrijfsvoorheffing op je loon als student.

Werkstudent
Prima zo'n regeling met voordelige tarieven voor studenten maar sommigen onder ons zouden eigenlijk liever meer dan 475 uren per jaar werken, kan dat eigenlijk als student? Het antwoord hierop is: "ja". Uiteraard val je dan als student onder het regime van een gewone werknemer. Dat wil zeggen dat je zowel 13,07% sociale zekerheidsbijdrage betaalt, alsook bedrijfsvoorheffing (minimum 11,11%) op je loon. Dit lijkt in eerste instantie een heuse achteruitgang van je nettoloon, en dat is het voor een deel ook, maar toch is deze conclusie niet volledig correct. Verdien je immers op jaarbasis niet meer dan 7.730€ NETTO als student (maximum bedrag voor inkomsten in 2018), dan krijg je de bedrijfsvoorheffing integraal teruggestort via de personenbelasting. Normaliter krijg je dus in dat geval een belastingsbrief die je dient in te vullen om de bedrijfsvoorheffing het daarop volgende jaar terug te krijgen. Daarbovenop krijg je eveneens in het daarop volgende jaar vakantiegeld uitbetaald. Dit (bruto) vakantiegeld bedraagt 15,34% van je hele brutoloon dat je als werkstudent tijdens het jaar hebt verdient. Uiteindelijk is het verschil dus minder drastisch, de betaling is echter wel meer verspreid.

Wat met kinderbijslag?
Onder normale omstandigheden ontvangen je ouders steeds kinderbijslag zolang je studeert en dit maximum tot je 25 jaar bent geworden. Wanneer je werkt, blijft het recht van je ouders op kinderbijslag volledig intact voor zover je voltijds onderwijs volgt en:

• maximum 240 uren per kwartaal werkt. Werk je meer uren dat dit, dan wordt de kinderbijslag van je ouders geschorst voor dat kwartaal.
• tijdens kwartaal 3 (juli tot en met september) mag je een onbeperkt aantal uren werken, in dit kwartaal verliezen je ouders dus sowieso geen kinderbijslag, ook al werk je meer dan 240 uren.

Indien je deeltijds studeert gelden andere regels, hierop gaan we echter niet verder door.

Nog steeds fiscaal ten laste van de ouders?
Ieder kind of jongere die ten laste is van zijn ouder(s) geeft aanleiding tot een belastingvermindering voor de ouder(s). Het is echter niet zo dat je steeds fiscaal ten laste kan blijven van je ouders. Hiervoor dien je immers twee voorwaarden te vervullen:

1. Op 1 januari van het jaar volgend op je jaar dat je werkt als student nog steeds een deel zijn van het gezin, concreet betekent dit dat je nog steeds moet bij je ouders wonen.
2. Je mag gedurende het hele jaar dat je werkt slechts een netto aan bestaansmiddelen ontvangen van maximum 3.270€ (4.720€ voor kinderen die ten laste zijn van een alleenstaande ouder). - Maximum bedragen voor de inkomsten in 2018**! Let op: het netto aan bestaansmiddelen is niet gelijk aan het netto loon dat je als student verdient!

Voor jou als student heeft deze regel dat je fiscaal niet meer ten laste bent geen gevolgen, voor je ouders uiteraard wel.

*maximum 475 uren te werken door studenten in 2017
*maximum 50 dagen te werken door studenten in 2016

**netto maximum voor 2017: 3.200€ of 4.620€ voor kinderen ten laste van een alleenstaande ouder
**netto maximum voor 2016: 3.140€ of 4.530€ voor kinderen ten laste van een alleenstaande ouder
**netto maximum voor 2015: 3.120€ of 4.500€ voor kinderen ten laste van een alleenstaande ouder
**netto maximum voor 2014: 3.110€ of 4.490€ voor kinderen ten laste van een alleenstaande ouder
**netto maximum voor 2013: 3.070€ of 4.440€ voor kinderen ten laste van een alleenstaande ouder
**netto maximum voor 2012: 2.990€ of 4.320€ voor kinderen ten laste van een alleenstaande ouder