Een stad in een stad, zo kan je de wijk Chinatown in Lower Manhattan wel noemen. Waar de rest van New York bekend staat een smeltkroes van nationaliteiten en culturen te zijn, houden de inwoners van Chinatown vast aan hun Aziatische roots. Chinees is er de voertaal op de straten en overal zie je Chinese tekens en lampionnen. Zo’n 300.000 Aziaten, voornamelijk Chinezen, wonen er. Er zijn ruim tweehonderd restaurants en zo’n driehonderd textielbedrijven gesitueerd tussen Canal Street en Worth Street. Daarmee is Chinatown de grootste Chinese stad buiten China.
De komst van Chinese immigranten in de negentiende eeuw in New York verliep niet van een leien dakje, de Chinezen weigerden immers te integreren en waren bereid voor heel lage lonen te werken. Dat vonden de blanke arbeiders niet kunnen. In 1882 werd dan ook een Chinese Exclusion Act gemaakt die verbood dat er nog Chinezen in de stad werden toegelaten. Dat leidde echter tot een enorm scheefgetrokken populatie in de Chinese buurt. Er waren amper tweehonderd vrouwen voor zevenduizend mannen. Pas in de Tweede Wereldoorlog werden er weer Chinezen in New York toegelaten. Voor toeristen is het vandaag een must om er eens langs te gaan.