De meer oostelijke delen van de Gentse binnenstad trekken twee soorten mensen aan: vroege vogels en nachtraven. In de rest van de wereld mogen deze groepen in twee verschillende werelden leven, in Gent (en dan vooral tijdens de Gentse Feesten) lopen ze elkaar onvermijdelijk tegen het lijf op de Vlasmarkt bij Sint-Jacobs, dat legendarische plein waar de Gentse Feesten pas afsluiten als de zon al hoog aan de hemel staat.

Tijdens de rest van het jaar worden de Vrijdagsmarkt, het Sint-Jacobsplein en de Oude Beestenmarkt 's morgens tijdens het weekend opgeluisterd door (hoe kan het ook anders?) markten, terwijl de pleinen op vrijdag- en zaterdagavonden vollopen met jong volk dat tot in de vroege uurtjes doorzakt in een van de vele gezellige cafés die er te vinden zijn.

Behalve beleven, valt er ook heel wat te zien in de omgeving van de Vrijdagsmarkt. Wie op een zonnige middag de verleiding van de terrasjes weerstaat, kan bijvoorbeeld een bezoekje brengen aan de Sint-Jacobskerk of het Museum voor Industriële Archeologie en Technologie (MIAT) bij het Baudelopark. Je kan op de Vrijdagsmarkt overigens ontdekken waarom Gent ook de 'Arteveldestad' wordt genoemd.