Het zonnige Gap, hoofdstad van het departement Hautes-Alpes, ligt op de grens tussen de Provence en de Dauphiné. In de zomer schommelt de temperatuur er rond de 26° en geven de zonnige pastelkleurige huizen, de klaterende fonteintjes, de smalle passages en gezellige terrasjes je een instant vakantiegevoel. Door een brand in 1692 beschikt Gap over geen noemenswaardige monumenten of bijzondere architectuur beschikt, en toch is het er aangenaam toeven. Het is heerlijk kuieren door de wandelstraten en op zaterdag vindt een markt plaats van regionale producten, kledij en bloemen op de geanimeerde Place Jean Marcellin, het levendige hart van de stad. Het Place Alsace-Lorraine is een uitstekende plek om een glaasje te drinken of een hapje te eten. Shoppen kan je in de Rue Carnot.
De geschiedenis van Gap gaat terug tot het jaar veertien voor Christus, toen ze werd gesticht door de Romeinen op de “Via Cottia per Alpem”, de weg die het Rhônedal verbond met Turijn. Overblijfselen uit die periode vind je nog in het Musée Départemental de Gap. In de middeleeuwen werd de stad een stopplaats voor bedevaarders uit Noord-Italië op weg naar Compostella. Ook Napoleon onderbrak hier zijn reis tijdens zijn roemrijke tocht van de Golfe Juan naar Grenoble waardoor Gap een belangrijke plaats is op de Route Napoléon.
Rond de stad is de natuur ongerept gebleven en is de lucht nog zuiver. Wuivende lavendelvelden en geurige boomgaarden worden omgeven door witte bergtoppen, bosrijke heuvels en de ontzagwekkende pieken van de Ecrins en maken het tot een gedroomde plek voor lange wandelingen, fietstochten, alpinisme en parapente.