Het is één van de drie typische en zeldzame duiventorens.
De "behuisde hofstede" in de hoek van de Bellemdorpweg en de Museumstraat (in die tijd Kerkstraat) behoorde in 1640 toe aan Mejuffer Clara De Coninck. In die tijd wordt in de kronieken nog niets vermeld over bijhorende "wallinge" of een duyvenkeete.
De oudst bekende tekst waarin een duiventoren wordt vermeld is bij een verkoping in 1753: Verkoop van een "schoonbehuysde, beschuerde hofstede met de huyse, schueringe, hovenbuer, stallinghe, duyvekeete, poorte en 91,50 gemet land, bos en oude vijvers".