Het begijnhof van Kortrijk was omringd door het grafelijk kasteel, de stadswallen en het Sint-Maartenkerkhof en ligt vlak in de buurt van de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de Sint-Maartenskerk. Het Kortrijkse begijnhof werd meerdere malen verwoest: in 1302 ten tijde van de Guldensporenslag, in 1382 na de slag bij Westrozebeke en nog eens door de Fransen in 1684.
De 41 barokke huisjes stammen uit de 17e eeuw. Het huis met de dubbele trapgevel (1649) was dat van de grootjuffrouw. In dit huis was tot de zomer van 2008 het Begijnhofmuseum ondergebracht. In 2014 zal een nieuw museum worden ingericht in de tegen dan gerestaureerde Sint-Annazaal. Er zal ook een authentiek kijkhuisje worden ingericht in woning nr. 41 naast de grote ingang van het hof.
De merkwaardige traptoren is de hoektoren van de vroegere Sint-Annazaal uit 1682. De oorspronkelijke gotische kapel werd gebouwd in 1464 maar werd verbouwd in de 18e eeuw.
Het allerlaatste begijntje ter wereld was Marcella Pattyn (geboren in 1920), die woonde tot 1960 in het begijnhof in Gent. De laatste jaren verbleef ze echter in een verzorgingstehuis in Kortrijk. Ze overleed op 14 april 2013 in haar slaap.[1] Naar haar werd een standbeeld gemaakt dat nog steeds te bezichtigen is in het begijnhof.