Lakenhalle Leuven in historische centrum Leuven (Leuven)
Het gebouw van één verdieping (de huidige benedenverdieping) werd in gotische stijl opgetrokken door de architecten Jan Stevens, Arnold Hore en Godfried Raes. Oorspronkelijk was de lakenhal een gebouw voor de gilde der lakenwevers. De stedelijke lakenhal was hun verkoopsplaats. Kort na de oprichting van de universiteit (in 1425) werd de vleugel van het gebouw grenzend aan de Krakenstraat in 1432 door de stad Leuven ter beschikking gesteld als leslokaal voor de colleges. In 1679 werd de hele hal door de stad in erfpacht gegeven aan de universiteit. Van toen dateert ook de eerste verdieping in barokstijl bovenop de oorspronkelijke lakenhal. In 1723 werd aan de zijde van de Oude Markt een classicistische vleugel aangebouwd, de Regavleugel, die oorspronkelijk de bibliotheek van de universiteit huisvestte. Toen de Duitse bezetter op 25 augustus 1914 de Leuvense binnenstad in brand stak, is ook de universiteitshal op de voorgevel na bijna volledig vernield. In de brand gingen ook 300.000 boeken en manuscripten verloren. De wederopbouw zou pas in 1922 voltooid worden. In 2007 werd een moderne glazen traphal bijgebouwd aan de zijde van de Zeelstraat.
Tegenwoordig fungeert de Lakenhal als het beleidscentrum van de universiteit, met o.a. de kantoren van rector en medewerkers op het rectoraat. Daarnaast doet de Lakenhal op het gelijkvloers ook dienst als centrale inschrijvingsplaats aan het begin van het academiejaar in augustus en september en wordt de gotische jubileumzaal op de eerste verdieping voor recepties en feesten gebruikt. In de promotiezaal worden nog steeds heel wat doctoraten publiek verdedigd. In de Regavleugel worden de rectorale salons voor allerhande kleinere evenementen en ontvangsten gebruikt: de faculteitenkamer (met gele tinten), de senaatszaal (groen) en de rectorkamer (roze tinten).