crypte van pater Damiaan in historische centrum Leuven (Leuven)
Pater Damiaan, was een Belgische Picpus-pater en missionaris, die bekend is geworden door zijn werk voor leprapatiënten. Hij is de beschermheilige voor de lepralijders en aidspatiënten. Zijn feestdag wordt op 10 mei gevierd.
Hij werd geboren als zevende kind in een boerengezin met acht broers en zussen. In zijn achtste jaar verloor hij een zus aan cholera. Toen hij 15 jaar oud was ging hij op de boerderij en in de graanhandel van zijn vader werken, maar hij wilde eigenlijk priester "voor Onze Heer en God Jezus Christus" worden. Hij ging naar het college van 's-Gravenbrakel, en trad vervolgens in bij de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria in Leuven, waarbij hij de broedernaam Damiaan, naar de heilige arts Damianus, koos. Hij werd een broeder Picpus op 7 oktober 1860, in navolging van zijn broer.
In november 1884 werd bij hemzelf lepra vastgesteld. Aanvankelijk beschuldigden critici hem van ontucht met een vrouw, omdat men in die tijd ervan uitging dat lepra een gevolg was van syfilis. Daarom werd hij regelmatig onderworpen aan vernederende medische onderzoeken. Damiaan was waarschijnlijk al vanaf 1876 door de ziekte besmet. Met de hulp van vier anderen bleef Damiaan echter verder werken tot veertien dagen voor zijn dood op 15 april 1889 om 8.00 uur in de ochtend. Hij stierf toen hij 49 jaar oud was. Hij werd begraven onder de pandanusboom die hem tijdens de eerste weken op het eiland tot onderkomen had gediend.
Zijn zelfopoffering fascineerde vele mensen over de gehele wereld. Al in 1894, vijf jaar na zijn dood, werd te Leuven een standbeeld van de pater gemaakt door Constantin Meunier onthuld.
Na aandringen van Pater Van Houtte, Provinciaal van de Belgische Provincie der HH. Harten, schreef koning Leopold op 12 februari 1935 een brief aan president Franklin Roosevelt om de repatriëring van de stoffelijke resten van Pater Damiaan te vragen. Franklin Roosevelt zegde de medewerking van zijn regering toe en in de zomer van datzelfde jaar werd bisschop Stephen Alencastre SS.CC. op de hoogte gebracht van het verzoek. Op 3 mei 1936 bracht het Belgische opleidingsschip Mercator de stoffelijke resten van pater Damiaan over naar Antwerpen. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Leuven en er plechtig bijgezet op 5 mei 1936 in de crypte van de Sint-Antoniuskerk aan het Pater Damiaanplein.