We zoeken nieuwe helden! Enkel vacatures volgens je eigen voorkeur >
Luisteren en begrijpen
Als je met een bepaald familielid uit je schoonfamilie problemen hebt, welke dan ook, dan kan je met luisteren en begrijpen een heel belangrijke stap in de goede richting zetten.
Voorbeeld Gerda steekt haar schoondochter Veerle altijd een grote som geld in haar handen als ze op bezoek komt. ‘Koop er iets moois mee’, zegt ze dan. Veerle, die al haar hele leven onafhankelijk wil zijn van alles en iedereen, heeft daar problemen mee. Ze begrijpt niet waarom ze geld toegestopt krijgt, aangezien ze genoeg geld verdient en ook haar man een goede baan heeft. Op lange duur voelt ze haar er heel ongemakkelijk bij, maar ze durft het niet te zeggen. Zo ontstaan spanningen en als Veerle haar geduld op is: ruzie. Hoe los je nu zo’n situatie op?
1. Vragen stellen Veerle moet beginnen met vragen te stellen om haar schoonmoeder te begrijpen. Mensen praten niet uit zichzelf over gedachten en gevoelens die hun gedrag bepalen, maar wel als je ernaar vraagt. Veerle: ‘Hoeveel plezier geeft het geven van dat geld jou?’ Gerda: ‘Ik doe dat met alle plezier van de wereld.’ Veerle: ‘Maar waarom geeft je dat zoveel plezier?’
Daarna is meestal het ijs gebroken en komt Veerle heel wat te weten over haar schoonmoeder en haar motieven. Misschien heeft Gerda lange tijd bijna geen geld gehad en wil ze dat dat Veerle nooit overkomt of misschien gaf haar schoonmoeder haar nooit geld, maar de andere schoondochters wel en wil ze zeker en vast niet hetzelfde doen. Door vragen te stellen, kan je veel te weten komen over een andere persoon.
2. Laat elkaar uitspreken Een zelfanalyse tijdens een gesprek kan al het een en ander ophelderen. Heeft Veerle de neiging om de uitleg van haar schoonmoeder te onderbreken, dan pakt ze de zaken verkeerd aan. Gerda: ‘Ik heb er plezier in dat ik je nu dat geld kan geven, omdat ik vroeger geen rotte frank had en…’ Veerle: ‘Wat denk je wel? Dat wij geen geld hebben? Je hoeft mij niet telkens opnieuw geld te geven.’
Deze houding is vaak aanleiding tot ruzie en leidt niet tot wederzijds begrip.
3. Verduidelijken Het is niet altijd eenvoudig om meteen te begrijpen wat de ander zegt. Verhelderende vragen kunnen veel misverstanden voorkomen. Veerle: ‘ Als ik het goed begrip zit het zo en zo. Is dat wat je bedoelt?’
4. Bedanken Ten slotte moet Veerle duidelijk maken dat ze Gerda begrijpt en dat ze waardeert dat haar schoonmoeder zoveel met haar deelt. Gerda zal daardoor sneller geneigd zijn om te luisteren naar wat Veerle te zeggen heeft. Dat maakt het voor Veerle gemakkelijker om te zeggen wat er op haar lever ligt.
5. Vertel wat je dwars zit Het is niet alleen van belang dat Veerle weet waarom Gerda haar altijd geld toestopt. Om zulke onaangename situaties te voorkomen, is het beter dat Veerle aan Gerda meedeelt waarom ze het er zo moeilijk mee heeft. Op die manier zijn beide partijen open en eerlijk en kan het probleem sneller worden opgelost.