wonen en leven
energie
bouwen & verbouwen
interieur
immo & verhuis
InfoTalia  >  wonen  >  bouwen & verbouwen  >  Elektriciteit - Basisbegrippen & Tips

Basisbegrippen van elektriciteit

In 1879 slaagde Thomas Edison erin gecontroleerd elektriciteit op te wekken. Hij deed de allereerste gloeilamp branden. Nauwelijks enkele jaren later werd al een elektriciteitscentrale gebouwd.

Elektriciteit is energie die voortgebracht wordt door elektronen. Elk van die elektronen heeft een elektrische lading. Elektriciteit opwekken kan op verschillende manieren.

  • Windkracht
  • Waterkracht
  • Zonne-energie
  • Warmte
  • Kernenergie

De productie van elektriciteit gebeurt in een elektriciteitscentrale. Via het elektriciteitsnet wordt de stroom verdeeld naar onze huizen. In elke woning komt stroom binnen via één zware kabel. Hoe de verdere verdeling gebeurt, is afhankelijk van je eigen elektrische installatie.

Onderdelen van de elektrische installatie
De elektrische installatie in een woning bestaat altijd uit verschillende onderdelen:

  • De meterkast staat via een zware kabel in verbinding met het elektriciteitsnet.
  • Het verdeelbord, hier vertrekken alle stroombanen en komen de verschillende schakeltoestellen en beveiligingen samen. Het verdeelbord staat in verbinding met de meterkast.
  • De differentieelschakelaar onderbreekt de stroom bij overbelasting of bij defect.
  • De aarding leidt de verliesstroom naar de aarde.
  • De leidingen transporteren de stroom naar de verschillende stopcontacten, lichten en toestellen.
  • De beveiliging beschermt tegen overbelasting en kortsluiting.

Elektrische eenheden

  • Volt = spanning: hoe hoger de spanning, hoe meer stroom er getransporteerd wordt. In Europa staat het elektriciteitsnet in de verschillende lidstaten standaard op 230 Volt.
  • Ampère = stroomsterkte. Deze eenheid geeft weer hoeveel stroom er door de elektriciteitsdraad vloeit.
  • Watt = de eenheid van vermogen. Een andere manier om vermogen uit te drukken is pk. 1pk = 735,5 Watt. Elektrische toestellen hebben verschillende vermogens. Het verbruik van een elektrisch toestel druk je meestal uit in kWh (kilowattuur). Dat is het aantal kW (1kilowatt = 1000 Watt) dat nodig is om het toestel één uur te gebruiken.
  • Ohm = de weerstand. Voor elektriciteitsdraden wordt koper gebruikt omdat dit materiaal een lage weerstand heeft. Ook de dikte van de draad is bepalend voor de weerstand.

De formule: Ohm = Volt / Ampère

De stroomkring
Een stroomkring loopt altijd rond en heeft twee aansluitpunten. Het ene dient voor de toevoer van stroom, het andere voor de afvoer. Om stroom te kunnen doorgeven, moet de stroomkring gesloten zijn. Een schakelaar bijvoorbeeld werkt volgens dit principe. Wanneer het licht niet brandt en we drukken op de schakelaar, sluiten we de stroomkring. De stroom kan dan ‘vloeien’, passeert via het licht en bijgevolg brandt het licht.

Wisselstroom
Wisselstroom betekent dat de pluspool en de minpool 50 keer per seconde wisselen. Dat is bijvoorbeeld zo in een stopcontact.

Voor wisselstroom worden de letters AC gebruikt. Het symbool is ~.

Gelijkstroom
Je spreekt van gelijkstroom als er een aparte minpool en pluspool is.

Gelijkstroom geef je weer met de letters DC.
Het symbool is   ____

Weerstand
Een weerstand vermindert de stroomsterkte.

Transformator
Een transformator is een toestel dat spanning omzet. Voor een aantal toepassingen is de spanning van het elektriciteitsnet (230 Volt) te hoog. Om die toestellen toch te kunnen gebruiken met netstroom moet de spanning verminderd worden. Daarbij komt altijd wat warmte vrij. Op de transformator staat vermeld naar welke spanning de netstroom omgezet wordt. Aan het snoer om de batterij van een gsm op laden, zit bijvoorbeeld een transformator.


© InfoTalia.com | Privacy Policy | Cookie Policy

HOME

energie

immo

gazon

interieur