steden en landen
België
Nederland
Can. Eilanden
alle landen
InfoTalia  >  reizen  >  Land van Maas en Waal

Kasteel Ammersoyen in Land van Maas en Waal (Gelderland)

De bouwdatum van het kasteel is onbekend. Maar in het jaar 1026 (21 juli) wordt reeds gesproken over een heerlijkheid in een oorkonde van vrouwe Berta. Rothardus 'de Ambersoi' en zijn broer Wiricus voerden toen het bewind. In een document uit 1196 wordt gesproken van 'Ambershoye'. In 1286 was Johan van Harlaer heer van Ammerzoden. Zijn nakomelingen droegen de heerlijkheid ongeveer een eeuw later over aan Arnold van Hoemen, de heer van Middelaar. De eerste zekere vermelding van het huidige kasteel zelf dateert uit 1354 toen Arent van Ammersoyen het via overerving verwierf.

Het is een van de best bewaarde middeleeuwse waterburchten in Nederland. De oorspronkelijke opzet door een Van Herlaer van omstreeks 1350 is goed behouden, ondanks verbouwingen in de 17de eeuw. Ammersoyen is met zijn vierkante plattegrond met vier hoektorens een voorbeeld van het door graaf Floris V geïntroduceerde kasteeltype. Dit type is wegens de goede verdedigbaarheid vaker toegepast. Uitzonderlijk is dat Ammersoyen als een geheel is gebouwd, terwijl de meeste middeleeuwse kastelen in verschillende bouwperioden door uitbreiding en aanbouw tot stand kwamen. Bij de bouw lag het kasteel in of aan de Maas, maar snel daarna, in 1354, veranderde de loop van die rivier. De hoofdburcht van Ammersoyen is sindsdien bijna altijd omringd geweest door een gracht, evenals de voorburcht.

In 1386 veroverde Willem van Gelre het kasteel na een kort beleg nadat Arent van Hoemen, die met zijn heerlijkheid schatplichtig was aan Gelre, de kant van zijn tegenstandster Johanna van Brabant had gekozen. Willem liet het na aan zijn bastaardzoon Johan. In de 15e eeuw verwisselde het kasteel verschillende malen van handen: in 1405 verwierf de broer van Willem van Gulik (graaf van Gelre) Reinoud IV van Gelre het kasteel, die het overdeed aan zijn bastaardzoon Willem van Wachtendonk, die het in 1424 verkocht aan Johan van Broeckhuysen (-1442), die een slotkapel liet bouwen in het kasteel.

In 1445 wisten de troepen van een rivaliserende kasteelheer het kasteel in te nemen dankzij de List met de rosmolen. Zij verschansten zich in de nabijgelegen molen en lieten een als monnik verklede medestrijder aan de kasteelpoort om onderdak vragen. Toen de kasteelpoorten voor de monnik geopend werden, konden de strijders het kasteel binnendringen en innemen. Kleinzoon Johan van Broeckhuysen (1435-1468) voerde vervolgens tot 1457 het bewind over het kasteel en de heerlijkheid.[1]

Via overerving en een huwelijk met Johans achterkleindochter Walravina van Broeckhuysen werd het kasteel in 1494 verkocht aan Otto van Arkel. Een belegering in 1513 door Habsburgse troepen richtte schade aan (die waarschijnlijk daarna weer door de Van Arkels werd hersteld), maar een zwaarder lot trof Ammersoyen in 1590, toen brand het kasteel zwaar teisterde. Heer George van Arkel kwam hierbij om het leven en zijn weduwe had slechts geld voor een gedeeltelijk herstel onder leiding van George's zoon Otto van Arkel. Pas na het einde van de Tachtigjarige Oorlog werd tot algeheel herstel overgegaan. Twee gevelstenen met de jaartallen 1648 en 1667 maken duidelijk dat de herbouw in die periode plaatsvond. Opvallend daarbij is dat Thomas Walraven van Arkel, de toenmalige kasteelheer, Ammersoyen in middeleeuwse stijl herstelde. Het kasteel kreeg weer zijn oorspronkelijke contouren, maar het interieur werd aangepast aan de eisen die in de 17de eeuw aan comfort werden gesteld. In het rampjaar 1672 wist de familie het kasteel te sparen voor plunderende Franse soldaten door hen een grote som geld te betalen. In 1693 stierf de familie Van Arkel echter uit en kregen achtereenvolgens de families van Lichtervelde, Van Vilsteren, De Ribaucourt en De Woëlmont Ammersoyen het kasteel in bezit, maar bewoonden het allen slechts zelden of helemaal niet. Arthur baron de Woëlmont, die vanaf 1856 heer van Ammersoyen was, liet het interieur van het kasteel geheel in de geest van zijn tijd aanpassen in neogotische stijl. Hij verkocht geleidelijk zijn bezittingen. Op 31 januari 1873 verkocht hij het kasteel met de resterende delen van de heerlijkheid aan de katholieke parochie te Ammerzoden. Het kasteel werd in 1876 in gebruik genomen als klooster door de orde der Clarissen.

In 1876 werd Ammersoyen zo het tweede clarissenklooster in Nederland. Omstreeks 1893 hebben de clarissen de gracht rond het kasteel laten dempen, om zo de aanbouw van een kapel aan de westzijde van het kasteel mogelijk te maken. Door het dempen van de gracht werd een veilige deken uitgespreid over alle voorwerpen die vanaf de 14de eeuw in het water waren beland.

In 1944-1945 liep het kasteel zware oorlogsschade op. De zusters vertrokken hierop naar Hoogcruts.
© InfoTalia.com | Privacy Policy | Cookie Policy

HOME

België

nederland

landen

steden