Van de karolingische tijd tot de 11e eeuw lag de fusiegemeente Gooik in de Brabantgouw. De deelgemeente Gooik werd reeds in de 9e eeuw (samen met Lennik en Wambeek) vermeld als bezit van de Sint-Gertrudusabdij te Nijvel. Vervolgens kwam deelgemeente Gooik, tot aan het einde van de 18e eeuw, in het kwartier Brussel van het hertogdom Brabant te liggen.
In 1977 werden de Pajotse gemeenten Gooik, Kester, Leerbeek en Oetingen tussen Halle en Ninove samengevoegd tot de fusiegemeente Gooik.
