Patershol in Patershol en Prinsenhof (Gent)

Vandaag is de stadswijk in de schaduw van het Gravensteen het geliefkoosde oord voor alles wat kunstzinnig of intellectueel is in Gent. In oorsprong een militair gebied onder de graven van Vlaanderen, werd de wijk in de veertiende eeuw omgetoverd tot een klooster voor de paters van de Geschoeide Karmelieten. Volgens de legende dankt de wijk haar naam aan een waterput die zich binnen de muren van het klooster bevond. Om de inwoners van de wijk toegang tot de put te verschaffen zonder zelf last te ondervinden, zouden de paters een ondergrondse gang hebben laten bouwen die naar de put leidde. Wie in die tijd iets wilde drinken, moest dus door het 'hol van de paters' of het Patershol.

Nadat het Gravensteen in de vijftiende eeuw de Raad van Vlaanderen ging huisvesten, trok het Patershol steeds meer procureurs en advocaten aan en na verloop van tijd gingen ook ambachtslieden er zich vestigen. Tegen de achttiende eeuw stond het patershol bekend als 'het miljoenenkwartier' omwille van de rijke zakenlui die er hun intrek hadden genomen. Zoals het de burgerij uit die tijd betaamde, kende hun bouwwoede geen grenzen. Het huidige uitzicht van het Patershol is er het resultaat van.

Aan die bloeiperiode kwam echter een einde na de industriële revolutie, toen steeds meer fabrieken hun intrek namen in de leegstaande panden en er de arbeiders huisvestten in massaal opgetrokken beluikjes. Tegen het midden van de twintigste eeuw was het eens zo elitaire Patershol een wijk met een kwalijke reputatie geworden. Het was een toevluchtsoord geworden voor alles wat marginaal was, gekenmerkt door groezelige cafés en bordelen. Het duurde nog tot de jaren '80 vooraleer de stad er een grondig heropwaarderingsproject opstartte, dat vandaag vruchten afwerpt.

De vele restaurantjes in Oudburg en andere straten krijgen tot ver buiten Gent waardering en de jaarlijkse Patersholfeesten in augustus worden door kenners nog meer dan de Gentse Feesten gelauwerd. De adressen van cafés als de Abajour, het Oeverloze Eiland, De Hel en 't Velootje' staan in de agenda's van iedere Gentenaar en wie al eens een tijdschrift openslaat, weet dat onder andere Herman Brusselmans, Marc Reynebau en Maaike Cafmeyer vaste bezoekers van het Patershol zijn.