Notre Dame in Île Saint-Louis en Île de la Cité (Parijs)
De eerste steen van de kathedraal der kathedralen werd gelegd in 1163. Pas 170 jaar later was het gotische meesterwerk af en als geen ander gebouw is ze sindsdien verbonden aan de geschiedenis van Parijs en Frankrijk.
Geplunderd tijdens de revolutie in 1793, was Notre Dame in de 19de eeuw niet veel meer dan een ruïne. Toen Napoleon er zich in 1804 tot keizer kroonde, hingen er wandtapijten aan de muur om de vernielingen te verbergen. Onder leiding van onder andere Viollet-le-Duc werd ze gerestaureerd, weliswaar op een af en toe historisch betwistbare manier. Ook het plein voor de Notre Dame werd toen aangelegd, zodat we haar harmonieuze verhoudingen vandaag al van ver kunnen bewonderen.
De kathedraal wordt jaarlijks door zo'n 12 miljoen mensen bezocht. Een spiraaltrap brengt je via 205 treden naar de beroemde gargouilles en chimères. Nog eens 147 treden hoger sta je bovenop een van de de 69 meter hoge torens, van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over Parijs.
