Het voormalige koninklijke paleis is nu het meest beroemde museum ter wereld en ook één van de grootste. Het gebouw werd maar liefst zeven keer herzien en uitgebreid en de façade langs de Seine alleen al is 750 meter lang. De ultieme fase in haar evolutie was Mitterands ‘Projet du Grand Louvre’ met onder andere de realisatie van de 21 meter hoge glazen pyramide op de Cour Napoléon, ontworpen door IM Pei.
De collectie werd door de eeuwen heen verzameld door de Franse koningen uit alle hoeken van de wereld en werd aangevuld met talloze donaties en aanwinsten. Ze overspant de periode van de grote antieke beschavingen (Griekenland, Egypte,...), over de middeleeuwen tot het begin van de 19de eeuw. Een bezoek aan het Louvre kan dan ook een frustrerende aangelegenheid zijn als je van plan bent alle zalen te bezoeken. Op een dag kan je immers slechts een glimp van de volledige collectie zien. Het is dan ook beter niet te ambitieus te zijn en dat deel uit te kiezen dat je het meeste aanspreekt .
Neem ook de tijd om langs de binnenplaatsen te wandelen, langs het theatrale Cour Carrée en langs Place du Carroussel dat uitgeeft op de Tuillerieën. Onder het Louvre ligt het Carroussel du Louvre, een ondergronds bezoekerscentrum met winkels en informatiebalies. Om de wachtrij te vermijden ga je best hierlangs binnen. De ingang vind je langs de kant van de Rue de Rivoli. Om rustig van je museumbezoek te genieten zijn de nocturnes op woensdag en vrijdag een aanrader. De eerste zondag van de maand is het Louvre, net zoals alle nationale Franse musea, gratis.
