De kledij uit de jaren vijftig is wellicht het meest populair onder de vintageshoppers. De fifties stonden dan ook bol van de stijliconen. Zo had je Marilyn Monroe die geprezen werd om haar vrouwelijke rondingen die ze perfect wist uit te spelen in haar kleding. Maar ook actrice Audrey Hepburn geldt voor sommigen vandaag nog steeds als het ultieme mode-icoon. Ze had een unieke look: simpel, maar toch elegant. Geen tierlantijntjes voor Audrey, maar symmetrische jurkjes, opgestoken haar, trenchcoats en een authentieke Ray-Banbril. Het was zij die de befaamde little black dress beroemd maakte. Ze droeg een exemplaar ontworpen door Givenchy in de film Breakfast at Tiffany’s. Naast Marilyn en Audrey – op z’n zachtst uitgedrukt twee uitersten te noemen – worden ook Grace Kelly, Sophia Loren en Elizabeth Taylor nu nog geroemd om hun gevoel voor mode. En laat ons de legendarische Franse modeontwerpster Coco Chanel niet vergeten, die samen met Christian Dior de modewereld van de jaren vijftig domineerde.

Op-en-top vrouw
Vrouwelijkheid stond centraal in de fifties, een broek dragen als vrouw was dus uit den boze. Typerend voor de mode waren ultravrouwelijke, getailleerde jurkjes, gecombineerd met lange handschoenen, een hoed en natuurlijk hoge hakken. Ook een zwierige bloes met een rok tot net boven of net onder de knieën was een dagdagelijkse outfit.

Het zandlopermodel was bij de vrouwen zeer populair, dus de meeste kledingstukken waren flink getailleerd. Daarom waren ook korte jasjes en potloodrokken erg geliefd. Het was voor jonge vrouwen nochtans niet gepermitteerd om zich sexy voor te doen. Een zedig uiterlijk was onontbeerlijk als je het nodige respect wilde krijgen. Zelfs een tweedelig badpak hield de navel altijd bedekt. De ironie van dit alles, is dat de fiftieskledij er vandaag om bekend staat de vrouwelijke vormen extra in de verf te zetten.

Opsmuk
Vrouwen wilden er altijd tiptop uitzien, accessoires en opsmuk waren dus zeer belangrijk. Zo waren kledingstukken vaak versierd met pofmouwen, strikjes, fronsjes of kant. Oorbellen, parelkettingen en broches maakten een outfit af. Ze drapeerden regelmatig een sjaal, of op feestelijke gelegenheden een stola van bont, rond hun hals. Ook het haar werd minutieus in model gebracht met behulp van krulspelden en haarspeldjes. Vervolgens werd het gezicht met precisie opgemaakt. Elegantie was een prioriteit, comfort was daarentegen van minder groot belang.