1 |
Verwarm de oven voor op 200 graden. |
2 |
Hak voor de vulling de amandelen en de fijne suiker in de keukenmachine tot een pasta. |
3 |
Giet het oranjebloesemwater erbij en laat de machine nog even draaien. |
4 |
Doe de boter met de amandelpasta in een pan, zet die 5 minuten op een matig vuur en roer voortdurend, zodat het mengsel niet aanzet. |
5 |
Laat het mengsel afkoelen, doe de eierdooier en kaneel erbij en meng alles goed. |
6 |
Kneed het amandelmengsel in 8 lange rolletjes, ongeveer de dikte van je duim. |
7 |
Kwast een deegvel in met eierdooier en leg er een ander velletje op (door het ei plakken ze aan elkaar), leg een van de amandelrolletjes er midden op en rol het deeg er omheen zodat het eruitziet als een slang. |
8 |
Herhaal deze procedure met de andere rolletjes tot je 8 slangen hebt. |
9 |
Leg de slangen kop aan staart en in een strakke spiraal op een ronde, met boter ingevette bakplaat. |
10 |
Kwast de spiraal gelijkmatig in met boter. |
11 |
Bak de spiraal goudbruin. |
12 |
Haal de koek uit de oven en kwast het oppervlak luchtig in met opgewarmde honing. |
13 |
Laat de mhancha voor het serveren afkoelen en bestuif hem met wat poedersuiker en kaneel. |